Integratie van grondgebonden zonnesystemen in de melkveehouderij

Het combineren van landbouw en stroomproductie zou een oplossing kunnen bieden voor de uitdagingen waar de samenleving voor staat als het gaat om klimaatverandering. Dit staat ook in de recente Kamerbrief van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.

In het najaar van 2023 is het project SolarMilk gestart dat de kansen onderzoekt van het opwekken van zonne-energie op grasland van de melkveehouderij. Het is het eerste Nederlandse project dat zich volledig richt op de integratie van grondgebonden zonnesystemen in de melkveehouderij, waarbij het in stand houden van de landbouwactiviteit het uitgangspunt is.

SolarMilk is een initiatief van onderzoeksinstelling TNO, Wageningen Universiteit & Research, zonneparkontwikkelaars Novar, LC Energy, Statkraft en Eelerwoude.

Zonnestroom te gast bij de boer

Dit vier jarige project is ontstaan binnen het Nationaal Consortium Zon in Landschap en heeft een subsidie ontvangen van 2.2 miljoen euro van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het initiatief past in het streven van de overheid naar meervoudig ruimtegebruik bij zonneparken waar de landbouwfunctie van land behouden blijft, oftewel ‘zonnestroom te gast bij de boer’.

In Nederland lopen al experimenten met zonnesystemen boven fruitteelt en akkerbouw en in o.a. Duitsland zijn al meerdere systemen geïnstalleerd binnen de melkveehouderij met eerste bemoedigende resultaten. Aangezien de melkveehouderij circa 65% van de Nederlandse landbouwgronden gebruikt, ziet het project hier ook een potentieel. Agri-PV, het combineren van landbouw en zonne-energie, kan inkomensstromen van boeren diversifiëren, waardoor financiële ruimte kan ontstaan om duurzaamheidsmaatregelen voor bijvoorbeeld stikstofreductie makkelijker te dragen.

Vier testvelden met verschillende systemen

Het hoofddoel van SolarMilk is het ontwikkelen van een praktisch inzetbaar ontwerpmethodiek voor het combineren van gras- en stroomproductie binnen sociale en maatschappelijke kaders. Deze methodiek moet op uiteenlopende gebieden toepasbaar zijn en de economische impact op het melkveebedrijf weerspiegelen.

Om tot een betrouwbare ontwerpmethodiek te komen worden vier testvelden, ieder ter grootte van 1.3 ha, opgezet op zand en kleigrond, waarin diverse metingen worden gedaan over meerdere groeiseizoenen. Bij deze testvelden wordt ingezet op nog weinig toegepaste verticale en zonvolgsystemen met ruimte voor grasproductie en machinale bewerking.

De impact op grasopbrengst, voederkwaliteit en stroomproductie worden gemonitord. De metingen worden gekoppeld en aangevuld met financiële informatie en economische data van melkveehouderijen. Dit zijn de bouwstenen om tot een ontwerpmethodiek te komen voor combinaties van melkveehouderij en zonne-energie binnen maatschappelijk gewenste kaders. Direct na afloop van het project komt de ontwerpmethodiek beschikbaar voor de landbouw- en energiesector.

Verder wordt maatschappelijk draagvlak onderzocht in ontwerpateliers met belanghebbenden, om meer koppelkansen zoals waterberging of herstel van biodiversiteit te verkennen en benutten.

Binnen het Nationaal Consortium Zon in Landschap worden tussentijdse resultaten uitgewisseld met andere Agri-PV projecten zoals Sunbiose en Symbizon waar de focus ligt op fruitteelt en akkerbouw.