Van verdroogd beekdal naar nat bloemenlandschap
Van verdroogd beekdal naar nat bloemenlandschap
Landgoed Hackfort is een eeuwenoud landgoed nabij het Achterhoekse Vorden. Sinds het landgoed is aangekocht door Natuurmonumenten en één van de pachters is verhuisd, is er ruimte ontstaan voor natuurherstel. Aan Eelerwoude het verzoek om de mogelijkheden voor natuurherstel te onderzoeken en de uitvoering van de voorgestelde maatregelen in het veld te begeleiden.
Het hart van het Landgoed Hackfort wordt gevormd door het kasteel en de bijbehorende watermolen in de Baakse Beek. Het doel van dit project was om de natuurwaarde van de graslanden en bossen langs de Baakse beek te herstellen. De gewenste situatie is een vochtig, licht bos met talloze bloeiende voorjaarsbloemen.
Droog en verzuurd
De huidige situatie ziet er anders uit: door de vele sloten in de Achterhoek is het grondwaterpeil flink verlaagd en uit bodemboringen blijkt dat de grond droog en verzuurd is. Daardoor is zijn er nog maar weinig bos- en weidebloemen te bekennen.
Vloeiweide
Ecohydroloog Karel Hanhart vertelt: “We willen het oorspronkelijke vochtige en kalkrijke karakter van dit gebied weer terugbrengen. Om dat te bereiken, zijn er stroomopwaarts van de watermolen op een aantal strategische plekken duikers in de kade van de beek geplaatst. Zo kan het kalkrijke beekwater gereguleerd het bosgebied en aangrenzende weiland in stromen. Dat stuk weiland heet al eeuwenlang de vloeiweide. In vroeger tijden liet de molenaar expres water op de vloeiweide lopen, als wateropslag voor tijden waarin de beek onvoldoende water aanvoerde om al het graan te malen. Die oude functie herstellen wij, waardoor er tegelijkertijd weer meer planten, bloemen, insecten en vogels terugkomen.”
Beekleem
Het laaggelegen aangrenzende weiland is jarenlang in gebruikt geweest als landbouwgrond. Hanhart: “Het perceel is gelukkig relatief weinig bemest. Daardoor hoeven we alleen een dun laagje van de bodem af te graven om de originele, vrijwel onbemeste bodem over te houden en inheemse plantsoorten weer een kans te geven. Hoe schraler de bodem, hoe meer bloemen en dus ook insecten en vogels die op hun beurt weer afhankelijk zijn van die insecten”.
Die graafwerkzaamheden moesten met uiterste precisie uitgevoerd worden; op het laagste gedeelte van het perceel ligt een laag beekleem, die op de dunste plekken maar een dikte van 10 à 20 centimeter heeft. Dit beekleem is moeilijk doordringbaar voor water en daardoor blijft er eigenlijk altijd water staan in dat kommetje in het weiland. Door het herstel van deze laagte hopen we weer volop amfibieën en watervogels aan te trekken, maar ook een piekopvang te creëren voor zware regenval.
Steile esrand
Stroomafwaarts van de watermolen heeft de beek een lager peil. Het water stroomt hier langs een bijzonder stuk landbouwgrond: een eeuwenoud weiland in het beekdal grenzend aan een hoge es of enk. Deze hoge essen zijn in de loop van meerdere eeuwen ontstaan door het noeste werk van lokale boeren, in de tijd dat er nog geen kunstmest bestond. De boeren staken plaggen in het beekdal die ze in hun zogenaamde potstallen verspreidden. Wanneer de dieren na verloop van tijd met hun kop tegen het dak stootten, werd de inhoud van de potstal met kruiwagens over de akkers verspreid. Daardoor ontstond er een hoge, vruchtbare rand in het landschap. Het oorspronkelijke karakter van de es, die om praktische redenen door de pachter was vervlakt, is hersteld. Hierdoor is het echt weer een steile wand geworden en dat maakt het een perfecte plek voor bijvoorbeeld zandbijen om te nestelen.
Resultaat
Hanhart is tevreden over dit veelzijdige project, vertelt hij: “We hebben hier drie vliegen in één klap: we herstellen de natuurwaarde en cultuurhistorie van dit bijzonder mooie landgoed en creëren ook nog meer opslagruimte voor water .”