Kwaliteitsverbetering waterrietlanden
Een beter leefklimaat voor broedvogels in het Zwarte Meer
Tussen 2014 en 2019 werden in het Natura 2000-gebied het Zwarte Meer herstelmaatregelen uitgevoerd ter bescherming van zeldzame en kwetsbare moerasvogels. Doordat de rietlanden na het stoppen van het oogsten van riet zijn verland en verdroogd, verloor het gebied aan kwaliteit als habitat voor bedreigde moerasvogels.
Eelerwoude-adviseurs uit verschillende vakgebieden werkten samen om de leefomstandigheden van bedreigde soorten in het Zwarte Meer te verbeteren. In 2023 evalueerden zij samen met opdrachtgever Natuurmonumenten de maatregelen en bij een inspectie van het gebied constateerden zij dat er een waterrijk rietmoeras is ontstaan, waar de roerdomp, grote karekiet en andere vogels zich prima thuis voelen.
In het Natura 2000-gebied Zwarte Meer staat de bescherming van zeldzame en kwetsbare moerasvogels centraal. Met name de grote karekiet is afhankelijk van de aanwezigheid van dik en sterk waterriet aan de buitenrand van de rietlanden. Met slechts 95-110 broedparen in Nederland is de grote karekiet ernstig bedreigd. De rietlanden van het Zwarte Meer vormen het laatste bastion voor deze bijna uitgestorven soort in Nederland.
Daarnaast is de roerdomp een belangrijke gidssoort voor de rietzones achter het waterriet, met slechts 610-690 broedparen in Nederland, eveneens kwetsbaar. De achteruitgang van deze bedreigde moerasvogels in Nederland wordt veroorzaakt door het verlies aan kwaliteit en kwantiteit van hun habitat, voornamelijk als gevolg van het wegvallen van dynamiek en onnatuurlijke peilregimes.
Om de kwaliteit en uitbreiding van de waterrietlanden te bevorderen werd in 2014 het project ‘A Better LIFE for Bittern’ opgezet, dat gesubsidieerd werd uit het Europese LIFE+ Nature-programma voor behoud van biodiversiteit.
Natuurherstel van het rietmoeras
Om de doelstellingen van het Natura 2000-gebied te realiseren, werden tussen 2015 en 2019 herstelmaatregelen voor 12 kilometer rietlanden uitgevoerd. Deze maatregelen omvatten onder andere:
• het afplaggen van verruigd, vervilt en verdroogd rietland
• variëren van de plagdiepte om laagten met variabele diepte te creëren, waarin op grote schaal gradiënten in rietverlanding zijn ontstaan. Hierdoor blijft er komende decennia voldoende leefgebied aanwezig voor de hier aanwezige doelsoorten, zoals de roerdomp.
• ontgraven voor het vormen van slenken
• baggeren van dichtgeslibde randsloten en plaggen van randzones langs de sloot
• verwijderen en/of ringen van bosopslag/struweel en bomen in oud rietland
• realiseren van vooroevers met dubbele palenrij en rietpollen voor het creëren van luwte
• en het aanbrengen van laagtes, duikers en voorden voor de in- en/of uitlaat van water.
Om er voor te zorgen dat (tijdelijke) verstoring voor de beschermde soorten zoveel mogelijk beperkt werd, zijn de maatregelen gefaseerd uitgevoerd.
Nico Minnema van adviesbureau Successie Natuurzaken maakte, op verzoek van Natuurmonumenten, schetsen die Eelerwoude heeft uitgewerkt en gedetailleerd. Ook deden we de subsidiebeschikking (LIFE), een bestek, begeleiding van de aanbesteding, directievoering, toezicht op de uitvoering van de maatregelen en aanvraag van de benodigde vergunningen.
Onze ecologen deden vooronderzoek naar beschermde habitattypen, habitatsoorten en beschermde soorten volgens de Flora- en faunawet. We zorgden voor de ontheffingsaanvragen en stelden ecologische werkprotocollen op om de werkzaamheden zo soepel mogelijk te laten verlopen. Verder deden we een Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) berekening, dat toen nog gold, om te beoordelen of de stikstofdepositie als gevolg van de werkzaamheden in het Natura 2000-gebied binnen acceptabele grenzen bleef.
Terugblik op 4 jaar
Vier jaar na oplevering van het project zijn betrokkenen van Natuurmonumenten en Eelerwoude teruggekeerd naar de 12 kilometer lange en circa 300 meter brede strook rietlanden. Tijdens deze inspectie in 2023 is de staat van de waterrietzones en de nieuwe rietopslag in geplagde zones en slenken geëvalueerd.
Het herstel van de waterrietzones is positief beoordeeld, mede dankzij de effectieve plaatsing van rasters aan de waterkant om ganzenvraat te voorkomen. De beheerder verplaatst deze rasters periodiek om de waterrietzones te verbreden. Vogelaars van het ringstation Zwarte Meer bevestigden de toename van nesten van de verder in Nederland vrijwel uitgestorven grote karekieten. Dat is heel goed nieuws!
De uitgestrekte plagstroken in het hart van de rietlanden, die dienen als habitat voor de Roerdomp, zijn ook bezocht. De variatie in plagdiepten heeft geleid tot een diversiteit aan geleidelijk dichtgroeiende rietslenken. Vogelaars van het ringstation hebben bevestigd dat het aantal broedgevallen van de roerdomp aanzienlijk is toegenomen sinds de uitvoering van de maatregelen.
Projectleider Rogier Hoften van Natuurmonumenten is blij met het nieuw opgekomen riet in de plagstroken. De uitgedachte en uitgevoerde maatregelen hebben positieve resultaten opgeleverd voor dit prachtige gebied en zijn bewoners.
Nieuwsgierig geworden naar onze expertise?