Woningisolatie en vleermuizen: een soortenmanagementplan biedt uitkomst voor gemeenten

Duurzaamheid en de bescherming van bepaalde soorten staan soms op gespannen voet. Gemeenten moedigen de isolatie van oudere huizen aan om energie(kosten) te besparen, maar de Omgevingswet verplicht huiseigenaren om vooraf ecologisch onderzoek te laten doen naar de aanwezigheid van bijvoorbeeld vleermuizen.

Een gebiedsbreed soortmanagementplan (SMP) kan dan een oplossing zijn. Baarn is één van de Utrechtste gemeenten waar ecologen van Eelerwoude in het voorjaar onderzoek hebben gedaan naar verblijfplaatsen van vleermuizen.

De huizen in de Baarnse Bloemenbuurt zijn gebouwd in de jaren zestig en zeventig. Woningen van deze leeftijd zijn vaak ideale verblijfplaatsen voor verschillende soorten vleermuizen. Via de stootvoegen in de buitenmuren kruipen ze in de spouw of onder het dak om te overwinteren of ze vormen er kraamkolonies om hun jongen ter wereld te brengen. Wijken als de Bloemenbuurt in Baarn zijn dan ook vaak belangrijke leefgebieden voor deze soorten.

Huizen als in de Baarnse Bloemenbuurt zijn echter vaak slecht geïsoleerd. Gemeenten hebben een belangrijke opgave om het verduurzamen van dit soort huizen te bevorderen. Spouwmuurisolatie waar bij de spouw wordt opgevuld met isolatiemateriaal is vaak het meest efficiënt, maar er zijn twee problemen. Ten eerste is er een wettelijke plicht om onder andere vleermuizen in een gunstige staat van instandhouding te krijgen of te houden. Dat houdt onder andere in dat er voldoende leefgebied voor vleermuizen moet zijn. Wanneer in een wijk veel huizen worden geïsoleerd, komt dat in het gedrang. Ten tweede mag je vleermuizen niet doden of verstoren of hun verblijfplaats vernielen. Vleermuizen zijn beschermd en zonder vergunning mag een spouwmuur niet zondermeer worden geïsoleerd.

“Wil je als huiseigenaar je woning isoleren, dan moet je conform de Omgevingswet vooraf laten onderzoeken of er geen vleermuizen zitten. De kosten voor zo’n ecologisch onderzoek zijn echter soms net zo duur als de isolatie zelf,” zegt Jessica Loeffen-Marchal, ecoloog bij Eelerwoude.

Soortmanagementplan en verduurzaming

In Utrecht werkt de provincie daarom samen met gemeenten om particuliere woningeigenaren te ondersteunen bij het verduurzamen van hun woning én om vleermuizen en hun leefgebied te beschermen. Ze hebben er onder andere voor gekozen om – gecoördineerd door de provincie – per gemeente door Eelerwoude een soortmanagementplan op te stellen.

Jessica: “Een soortmanagementplan (SMP) beschrijft welke beschermde soorten er in een gebied voorkomen, welke bedreigingen er zijn en welke maatregelen er binnen het gebied moeten worden getroffen om deze soorten en hun leefgebied te beschermen en te verbeteren.”

Met betrekking tot het laatste gaat het niet alleen om niet of anders isoleren, maar bijvoorbeeld ook om het realiseren van andere verblijfplaatsen, zoals vleermuiskasten. Met een SMP kan vervolgens een gebiedsvergunning worden aangevraagd. Met deze vergunning worden voor meerdere jaren ruimtelijke ontwikkelingen binnen een plangebied toegestaan, mits de bescherming van soorten is gewaarborgd. Dankzij het ecologisch onderzoek dat voor een SMP wordt uitgevoerd, hoeven de huiseigenaren in Baarn bovendien zelf geen onderzoek meer te laten doen.

Meervleermuizen

Voor het SMP voor de gemeente Baarn is grondig onderzoek gedaan naar het voorkomen van vleermuizen in de gemeente. Afgelopen voorjaar hebben ecologen van Eelerwoude in heel Baarn vleermuizen (en huismussen en gierzwaluwen, trouwens) en hun verblijfplaatsen geïnventariseerd.

“Naast veel gewone dwergvleermuizen en laatvliegers, troffen we in twee rijtjeshuizen in de Bloemenbuurt ook een kraamkolonie meervleermuizen aan die al eerder was gelokaliseerd,” aldus Jessica. “Bijzonder, want in Nederland zijn in totaal minder dan 50 kraamkolonies van deze soort. Waarschijnlijk foerageren ze bij de Eem, die langs de oostzijde van Baarn stroomt”.

In de Bloemenbuurt was eerder in een ander huis een tweede kraamkolonie gevonden. Die groep lijkt nu te zijn verhuisd, maar meervleermuizen keren vaak terug naar oude verblijfplaatsen. Ook dat huis moet daarom als mogelijke verblijfplaats worden aangevinkt.

De eigenaren van deze huizen moeten daarom wachten met isoleren tot de vleermuizen permanent zijn verhuisd of er moet worden gekozen voor een alternatief. Dat kan vleermuisvriendelijke isolatie zijn of een vervangende verblijfplaats.

Een plan voor compensatie

“Eelerwoude heeft voor de provincie de verschillende mogelijkheden in kaart gebracht in een compensatieplan,” zegt Jessica. “De provincie kijkt vervolgens met de bewoners mee welke oplossing het meest geschikt is en draagt zorg voor de realisatie.” Omdat vleermuizen niet gebonden zijn aan één verblijfplaats maar binnen een bepaald gebied een netwerk aan verblijfplaatsen hebben waar ze geregeld tussen wisselen, moeten ook de buren van deze woningen rekening houden met nieuwe huisgenoten.

Omwonenden op pad met batdetectors

Vleermuizen profiteren vaak niet mee als huiseigenaren energiebesparende maatregelen nemen. Aan de andere kant is het idee dat er in je spouw een kolonie vleermuizen kan zitten voor huiseigenaren vaak ook een beetje schrikken. Goed omgevingsmanagement is dan belangrijk om zoveel draagvlak te houden voor verduurzaming en de bescherming van vleermuizen.

In Baarn werden de omwonenden van de twee kraamkolonies meervleermuizen daarom actief bij het project betrokken om het draagvlak voor vleermuizen en het gemeentebrede soortenmanagementplan te vergroten. Op een dinsdagavond werden zij door David van der Veen, ecoloog bij de Provincie Utrecht, bijgepraat over verschillende soorten vleermuizen en hun leefwijze, over woningisolatie en hoe je de gevolgen voor gebouwbewonende vleermuizen kunt beperken. Daarna was het aan de buurtbewoners om zelf uitvliegende vleermuizen te lokaliseren, zoals onze ecologen dat in de weken daarvoor al hadden gedaan. Gewapend met batdetectors (apparaten die het hoogfrequente, onhoorbare roep van vleermuizen omzetten in hoorbare klikjes) trokken ze met Jessica en David de wijk in om in de schemering zelf de ultrasone kreetjes van de dieren op te vangen. Het was nog vroeg op de avond en er waren nog maar een paar vleermuizen uitgevlogen, maar bij een van de woningen waar een kolonie meervleermuizen is aangetroffen kon duidelijk het onderlinge geroezemoes van de dieren worden opgevangen.

Meer weten over het soortmanagementplan?