Hoogveenherstel De Witten

Het levend hoogveen in De Witten dreigde langzaam te verdrogen. Om dit te voorkomen, en één van de laatste hoogveensystemen in Nederland te beschermen, hebben Staatsbosbeheer en Eelerwouude rondom het hoogveen een waterkerende kade aangelegd. Een grootschalig project in een uniek en kwetsbaar gebied dat tot op de centimeter moest worden voorbereid.

Opdracht Hoogveenherstel

Locatie De Witten, Coevorden

Jaar uitvoering 2023

Opdrachtgever Staatsbosbeheer

De Witten is een hoogveenrestant ten noordwesten van Coevorden, aan de voet van het Drents plateau. Het maakte ooit deel uit een groot hoogveengebied dat ongeveer 7000 jaar geleden ontstond en zich uitstrekte van Zuidoost-Drenthe tot aan de stad Groningen.

Vanaf de middeleeuwen is een groot deel van dit veengebied ontgonnen voor de winning van turf. Het veengebied ten westen van Coevorden, het Veenhuizerveen, bleef lang gespaard, maar in de eerste helft van de 20ste eeuw werd het gebied alsnog ontgonnen.

Op sommige plekken lagen hoogveenpakketten met een dikke laag witveen: levend veenmos met een lage verbrandingswaarde dat te nat en niet de moeite waard was om te steken. De Witten was een van die plekken; de naam herinnert daar nog aan.

Actief hoogveen: uniek in Nederland

Het natuurgebied is ca. 47 ha groot. Middenin het gebied ligt de hoogveenkern: een hoogveenbult die op zijn hoogste punt 2 tot 3 meter boven het landschap uitsteekt. Ten noorden en ten zuiden van de kern ligt deels vergraven veen dat door verdroging nu voor een groot deel uit bos bestaat. De Witten is een uniek gebied. Het is een van de weinige plekken in Nederland met nog levend hoogveen. Het gebied wordt sinds begin jaren ’80 beheerd door Staatsbosbeheer.

Ruben Kluit, ecoloog bij Staatsbosbeheer: “De Witten is een relatief klein gebied, maar je vind hier dezelfde vegetaties die je ook tegenkomt in grotere hoogveengebieden als het Bargerveen, Er groeien hier nog bultvormende veenmossen als het bedreigde rood veenmos en wrattig veenmos, waardoor het het hoogveen hier kan blijven groeien. Het is een uniek actief hoogveengebied dat we graag willen behouden.”

Wat is hoogveen?

Hoogveen wordt gevormd door planten die leven van regenwater. Veenmossen spelen een sleutelrol in een hoogveensysteem. Door de sponswerking van veenmossen kan in een hoogveen het waterpeil tot boven het lokale grond- en oppervlaktewater uitstijgen. Doordat afgestorven plantendelen in het natte en zure hoogveen slecht verteren, neemt de dikte van het veenpakket toe. Hierdoor komt hoogveen hoger in het landschap te liggen.

Verdroging en verbossing

Het hoogveen in De Witten is kwetsbaar voor verdroging. Door de turfwinning in het omliggende veen is De Witten hoger in het landschap komen te liggen. Toen het gebied daarna werd ingericht voor akkerbouw en veeteelt, is de omgeving verder ontwaterd. Verdroging van hoogveen leidt er toe dat de veenvormende mossen verdwijnen. Het leidt ook tot oxidatie (veraarding) van het veen waardoor in het van nature nutriëntenarme milieu voedingsstoffen vrijkomen. Ruben: “Verdroging en vrijkomende voedingsstoffen bevoordelen soorten als pijpenstrootje en berk. Doen we niks, dan groeit het hoogveen in De Witten dicht”.

Om de ontwatering van de hoogveenkern te beperken, is in 2005 rond de noord-, oost-, en zuidzijde van de hoogveenkern een kade opgeworpen. Dat ging lange tijd goed. In de droge zomers van 2018 en 2019 daalde echter de waterstand in de hoogveenkern, waardoor de veenkaden uitdroogden, inkrompen en lek raakten. Daarna moesten de kaden regelmatig worden hersteld om het water in de hoogveenkern te houden.

Herstel waterkerende kade

De verwachting is dat lange, droge perioden in de toekomst vaker zullen voorkomen. Omdat het onderhoud van de kades kostbaar en tijdrovend is, koos Staatsbosbeheer voor een duurzamere oplossing: een robuuste kade rondom het hele gebied die de horizontale wegzijging van water tot diep onder het veen zou beperken.

De eerste tekeningen voor het plan werden opgesteld door Ruben Kluit van Staatsbosbeheer. De uitwerking van de tekeningen, het ecohyrdrologisch onderzoek, het opstellen van het bestek en de directievoering werden gedaan door Eelerwoude.

presentatie Vitale Vakantieparken

Natuurgebied De Witten. De hoogveenkern (bruin) ligt duidelijk boven het omliggende landschap. Rond de noord-, oost- en zuidzijde ligt de veenkade uit 2004 als een ring om het de kern heen.

presentatie Vitale Vakantieparken 2

Rood veenmos is één van de bultvormende veenmossen in De Witten. Een soort die in Nederland tamelijk zelfzaam is.

Waterdicht bewijs

De grondwaterstanden uit de periode 2005-2018 lieten nog iets anders zien. Het neerslagtekort in die jaren was ongeveer gelijk aan de daling van de grondwaterstand in de hoogveenkern: van 0 cm t.o.v. het maaiveld in de winter tot 10 cm onder het maaiveld in de zomermaanden (zie de grafiek hieronder). Het waterverlies uit de hoogveenkern tijdens de zomermaanden kan dus alleen aan verdamping worden toegeschreven. De veenkades die in 2004 zijn aangelegd hebben dus tot 2018 voorkomen dat er water langs de randen van de hoogveenkern kon wegstromen.

“Het hoogveensysteem was tot 2018 waterdicht”, zegt Karel Hanhart: “Dat toont niet alleen aan dat de veenkades tot dan toe goed werkten, maar ook dat de ondoorlatende gliedelaag onderin het veen nog intact is. Als hier een lek in had gezeten, dan zou het veen aan de onderzijde als een badkuip zijn leeggelopen.”

Met het bewijs dat de gliedelaag nog intact was, ging het sein voor het herstel van De Witten op groen. Nu bekend was dat de bodem van de hoogveenkern waterdicht was en de veenkaden rond de hoogveenkern in principe goed werkten, werd het aanleggen van een kade rond het gebied om de horizontale wegzijging te beperken een haalbare oplossing.

Peilbuizen tonen werking oude veenkades

In de hoogveenkern liggen verschillende peilbuizen die meerdere keren per jaar worden afgelezen. De gegevens laten zien hoe de waterstand in de hoogveenkern door de jaren en seizonen heen verandert.

Deze grafiek laat de waterstand in het hoogveen gedurende de zomermaanden (april-september) zien. Uit de grafiek blijkt dat na de aanleg van de veenkades in 2014 de waterstand tot 2016 in de zomermaanden vlak onder het maaiveld blijft. De veenkades hebben in die periode dus effect. Na 2016 loopt het hoogveen langzaam leeg doordat de veenkades door de droogte zijn gescheurd.

Waterkerende kade

“We willen in De Witten niet alleen voorkomen dat het water wegzijgt en het veen verdroogt; we willen ook dat de hoogveenkern weer gaat groeien en dat dit unieke aardkundige verschijnsel weer zichtbaar wordt in het landschap,” zegt Ruben van Staatsbosbeheer. Die voorwaarden stelden een aantal eisen aan het ontwerp van de verschillende maatregelen die we moesten realiseren.

Om wegzijging van water via de randen van de hoogveenkern te voorkomen, zou er rondom de hele kern – ook aan de westzijde – een ondoorlatende kade aangelegd moeten worden. De veenkades uit 2004 werkten wel, maar bleken niet bestand tegen verdroging. Met de kennis ervaring die Ruben in het Bargerveen had opgedaan heeft Eelerwoude een kade ontworpen met een kern van zand die aan de veenzijde bekleed is met een ondoorlatende kleilaag. De kade wordt ingegraven zodat de kleilaag onderaan aansluit op de gliedelaag. Daarmee komt het hoogveen als het ware in een kuip te liggen. Omdat het veen moet kunnen groeien werd de bovenkant van de kade bepaalt op 50 cm boven het maaiveld.

Omdat de oude veenkades onder gunstige omstandigheden prima hun werk deden, worden de nieuwe kades pal achter de oude gelegd. Doordat de nieuwe kades het water beter tegenhouden zullen de oude veenkades minder snel verdrogen en waardoor ze waarschijnlijk beter zullen functioneren. Zo vormen de oude veenkades een eerste barrière tegen het uittredende water.

Een andere zorg was het deels vergraven veen ten noorden van de hoogveenkern. Dit gebied is de afgelopen jaren sterk verdroogd. “We hebben het vermoeden dat de gliedelaag in dit deel van De Witten door droogte is gescheurd, waardoor het water uiteindelijk de bodem inzakt,” aldus Karel. Doordat dit deelgebied verdroogt, valt de tegendruk die het gebied uitoefent op de veenkern weg. Hierdoor bestaat de kans dat de veenkern gaat afwateren. Ook dit deel wordt daarom hersteld.

Aanleg van de nieuwe kades

Pal achter de bestaande veenkade werd tot aan de gliedelaag een cunet gegraven (2). In de cunet werd vervolgens een zandkade aangebracht die aan de binnenzijde werd bekleed met een waterkerende kleilaag die aansluit op de gliedelaag. De ruimte tussen de wanden van de cunet en de zand/klei-kade werd opgevuld met het veen dat vrijkwam bij het graven van de cunet (3).

Realisatie

De grootste uitdaging van het project was om zowel de kade als de gliedelaag waterdicht te maken. Dat kan alleen door de waterkerende kleilaag van de kade te laten aansluiten op de gliedelaag. Voor de aanleg van de zandkade moest langs het tracé het veen daarom eerst tot de gliedelaag worden uitgegraven.

William Neefjes, ecohydroloog bij Eelerwoude: “We hebben langs het hele tracé de diepte en dikte van de gliedelaag bepaald. Die lag op sommige plekken nog geen halve meter onder het veen, maar elders op een diepte van ruim 2 meter en was soms maar een paar centimeter dik. Door die grote verschillen op een betrekkelijk korte afstand was het uitgraven van de cunet echt een precisiewerkje.”

Een 3D-model van de ondergrond werd in de software van de graafmachine geladen, zodat de machinist de cunet tot op de centimeter nauwkeurig kon uitgraven. William: “Omdat we de gliedelaag echter niet op elke meter van het tracé hebben gepeild, waren we vaak ter plekke aanwezig om de graafwerkzaamheden te volgen.”

Bij het uitgraven van de cunet drukt het veen tegen de wanden van de cunet. Om een doorbraak te voorkomen moest de cunet al tijdens het uitgraven worden gevuld met zand voor de kade. Dumpers met zand reden af en aan tussen de zanddepots en De Witten om de graafmachine bij te benen. Stan Vrielink, natuurtechnieker: “Het was flink puzzelen om deze logistieke trein soepel te laten rijden. Het betekende ook dat we eerst rond de hoogveenkern een strook van 20 meter moesten vrijmaken. Niet alleen voor de cunet, maar ook voor het leggen van draglineschotten voor de dumpers en graafmachine.”

Ecohydroloog Karel Hanhart bekijkt in de uitgegraven cunet eeuwenoude veenlagen.

De uitgegraven cunet wordt volgestort met zand.